Wat gaan we doen?
De leerlingen krijgen een verhaal te horen over een man die vanuit zijn werk, door de stad, naar huis loopt. Hierbij komt hij langs bijvoorbeeld langs, een drukke winkelstraat, een station, een school die net uit is enzovoort. Nadat de leerlingen dit verhaal te horen hebben gekregen, krijgen zij de opdracht om bij dit verhaal verschillende geluiden te maken. Dit mag aan de hand van instrumenten maar ook geluiden ''met eigen lichaam''.
Stad 1E
donderdag 26 april 2012
Lesplan muziek
Introductie
(Domeinen: bewegen en luisteren)
De kinderen krijgen een liedje te horen met geluiden uit de stad.
Ze moeten er eerst goed naar luisteren.
Kern:
Er worden vragen gesteld na afloop van het fragment
- Wat voor soort geluiden hoorde je?
- Waren ze hard of zacht?
- Waren ze hoog of laag?
- Waar denk je aan bij de geluiden?
Na het luisteren en bespreken van de geluiden gaan de kinderen er bewegingen bij bedenken. Daarvoor verdelen we de klas in groepjes. Wij doen voor welke beweging ze moeten doen bij welk geluid. Elk kind krijgt een beweging toegewezen. Daarna spelen we het liedje nog een keer af en doen de kinderen hun beweging als het bijbehorende geluid.
We oefenen tot het goed gaat (maximaal 3 keer) en dan gaan we over op een ander liedje.
(Domein: Zingen en domein lezen en noteren)
Als een meeuw boven zee van kinderen voor kinderen.
Dit liedje laten we eerst een keer horen. De kinderen luisteren goed naar de tekst. Daarna krijgen ze allemaal de tekst van het liedje op het smartboard te zien. Dan kunnen we goed laten zien welke tekst ze wel en niet mee hoeven te zingen. Om duidelijk aan te geven wat ze moeten leren laten we de kinderen zelf aangeven wat een couplet en refrein is. We roepen iemand naar voren: kan iemand aangeven wat het refrein is? Zet daar een stip bij.
Kan iemand een couplet aanwijzen? Zet er een streepje bij.
We laten zien hoe het totaal plaatje van hoe het liedje er symbolisch uit zien.
De kinderen zingen als eerst de eerste twee zinnen van het refrein mee. Als het lukt mogen ze de rest van het refrein ook mee zingen. Na het aanleren van het refrein leren we het eerste couplet aan. We luisteren 1x naar het refrein in het liedje en daarna gaan we hem zingen zonder muziek. Als dat goed gaat doen we het liedje en zingen de kinderen het eerste couplet en refrein mee. Zo doen we ook de andere coupletten.
Afsluiting:
We zingen het lied in z'n geheel met z'n alle.
(Domeinen: bewegen en luisteren)
De kinderen krijgen een liedje te horen met geluiden uit de stad.
Ze moeten er eerst goed naar luisteren.
Kern:
Er worden vragen gesteld na afloop van het fragment
- Wat voor soort geluiden hoorde je?
- Waren ze hard of zacht?
- Waren ze hoog of laag?
- Waar denk je aan bij de geluiden?
Na het luisteren en bespreken van de geluiden gaan de kinderen er bewegingen bij bedenken. Daarvoor verdelen we de klas in groepjes. Wij doen voor welke beweging ze moeten doen bij welk geluid. Elk kind krijgt een beweging toegewezen. Daarna spelen we het liedje nog een keer af en doen de kinderen hun beweging als het bijbehorende geluid.
We oefenen tot het goed gaat (maximaal 3 keer) en dan gaan we over op een ander liedje.
(Domein: Zingen en domein lezen en noteren)
Als een meeuw boven zee van kinderen voor kinderen.
Dit liedje laten we eerst een keer horen. De kinderen luisteren goed naar de tekst. Daarna krijgen ze allemaal de tekst van het liedje op het smartboard te zien. Dan kunnen we goed laten zien welke tekst ze wel en niet mee hoeven te zingen. Om duidelijk aan te geven wat ze moeten leren laten we de kinderen zelf aangeven wat een couplet en refrein is. We roepen iemand naar voren: kan iemand aangeven wat het refrein is? Zet daar een stip bij.
Kan iemand een couplet aanwijzen? Zet er een streepje bij.
We laten zien hoe het totaal plaatje van hoe het liedje er symbolisch uit zien.
De kinderen zingen als eerst de eerste twee zinnen van het refrein mee. Als het lukt mogen ze de rest van het refrein ook mee zingen. Na het aanleren van het refrein leren we het eerste couplet aan. We luisteren 1x naar het refrein in het liedje en daarna gaan we hem zingen zonder muziek. Als dat goed gaat doen we het liedje en zingen de kinderen het eerste couplet en refrein mee. Zo doen we ook de andere coupletten.
Afsluiting:
We zingen het lied in z'n geheel met z'n alle.
Kindertekeningen
Krabbelfase : De vroege krabbelfase vindt plaats als het kind 1 tot 2 jaar oud is. In de vroege krabbelfase heeft het kind nog geen besef van het verband tussen de bewegingen die hij maakt en het ontstaan van de vormen op het papier. Het kind imiteert vooral van mensen om zich heen.
Herkenbaarheidfase: deze vindt plaats als het kind 3 tot 5 jaar oud is. In de herkenbaarheidfase houdt het kind zich steeds minder bezig met de drang om in het wilde weg over het papier te krassen of zijn bewegingen te herhalen. Het kind gebruikt bij het maken van zijn tekeningen niet meer de volledige ruimte van het papier, maar beperkt zich steeds meer tot een bepaalde plek op het papie
Schemateseringsfase: als het kind tussen 5 en 7 jaar oud is, is het kind de krabbelfase voorbij. In de herkenbaarheidfase begon het kind al met het maken van herkenbare vormen. In de schematiseringfase begint het kind de lichaamsdelen van de mensfiguurtjes die hij tekent van elkaar te scheiden. Zo wordt bijvoorbeeld duidelijk het onderscheid gemaakt tussen de armen en de benen.
Realistische fase: Hier begint een kind met realistisch tekenen vindt plaats als het kind 7 tot 12 jaar oud is. De tekeningen die het kind maakt, zijn steeds meer representatief voor de werkelijkheid. De houding die het kind tegenover de tekening heeft, wordt steeds kritischer en de voorstellingen worden steeds meer vergeleken met de realiteit. Het kind probeert steeds schetsmatiger te tekenen.
Kinderen Voor Kinderen: Als een meeuw boven zee songtekst
Soms voel ik me weleens een beetje gevangen
In de grote stad krijg ik bijna geen lucht
Uitlaatgassen of vuilnis, al die stank die blijft hangen
't Liefst sla ik dan, sla ik dan op de vlucht
Wat moet 't fijn zijn te vliegen daarboven
Helemaal vrij zijn, wat heerlijk is dat
Wat moet 't mooi zijn, echt niet te geloven
Enkel te vliegen, ver weg van de stad
(Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
Als ik in de trein zit en ik zie alle mensen
Zo druk met zichzelf, met al hun dromen en wensen
Ze rennen en duwen, soms word ik 't zat (zo zat!)
Dan wil ik weg, heel ver weg van de stad
Wat moet 't fijn zijn te vliegen daarboven
Helemaal vrij zijn, wat heerlijk is dat
Wat moet 't mooi zijn, echt niet te geloven
Enkel te vliegen, ver weg van de stad (Ver weg van de stad)
(Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
Vliegen, en genieten, alles wordt heel klein beneden mij,
Te zweven voor heel even… ik voel me vrij… (zo vrij…)
Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
(Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
(Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
In de grote stad krijg ik bijna geen lucht
Uitlaatgassen of vuilnis, al die stank die blijft hangen
't Liefst sla ik dan, sla ik dan op de vlucht
Wat moet 't fijn zijn te vliegen daarboven
Helemaal vrij zijn, wat heerlijk is dat
Wat moet 't mooi zijn, echt niet te geloven
Enkel te vliegen, ver weg van de stad
(Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
Als ik in de trein zit en ik zie alle mensen
Zo druk met zichzelf, met al hun dromen en wensen
Ze rennen en duwen, soms word ik 't zat (zo zat!)
Dan wil ik weg, heel ver weg van de stad
Wat moet 't fijn zijn te vliegen daarboven
Helemaal vrij zijn, wat heerlijk is dat
Wat moet 't mooi zijn, echt niet te geloven
Enkel te vliegen, ver weg van de stad (Ver weg van de stad)
(Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
Vliegen, en genieten, alles wordt heel klein beneden mij,
Te zweven voor heel even… ik voel me vrij… (zo vrij…)
Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
(Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
(Als 'n meeuw boven zee vlieg ik met alle golven mee
Hoog in de lucht voor de drukte gevlucht
Met m'n prachtige vleugels vlieg ik over de heuvels
De wind neemt me mee, over land, over zee)
Drama les
Wat gaan we doen:
We zetten 4 stoelen voorin in de klas.
Dat zijn de stoelen van de trein. De kinderen gaan straks in de coupé zitten. Ze improviseren een typetje die ze uitvoeren in de coupé. De eerste die zit, gaat weg zodra de vierde persoon ook al even zit. Zo zit de coupé steeds vol met verschillende type mensen.
De kinderen zorgen dat ze zich inleven in hun rol, en houden hun concentratie tijdens het spelen. Het publiek kijkt aandachtig naar de mensen de spelen, zijn stil en lachen niemand uit. Ze kunnen tips en tops geven over de leerlingen.
De trein sluit aan bij het thema stad, omdat daar altijd een station te vinden is. Het station in een stad vormt meestal een centraal punt. Ook de typetjes die de trein binnenkomen zijn typerend voor een stad. Met veel verschillende culturen, en heel veel verschillende soorten mensen. Van rapper tot zakenvrouw, van oma tot kauwgomkauwende, asociale tiener.
We zetten 4 stoelen voorin in de klas.
Dat zijn de stoelen van de trein. De kinderen gaan straks in de coupé zitten. Ze improviseren een typetje die ze uitvoeren in de coupé. De eerste die zit, gaat weg zodra de vierde persoon ook al even zit. Zo zit de coupé steeds vol met verschillende type mensen.
De kinderen zorgen dat ze zich inleven in hun rol, en houden hun concentratie tijdens het spelen. Het publiek kijkt aandachtig naar de mensen de spelen, zijn stil en lachen niemand uit. Ze kunnen tips en tops geven over de leerlingen.
De trein sluit aan bij het thema stad, omdat daar altijd een station te vinden is. Het station in een stad vormt meestal een centraal punt. Ook de typetjes die de trein binnenkomen zijn typerend voor een stad. Met veel verschillende culturen, en heel veel verschillende soorten mensen. Van rapper tot zakenvrouw, van oma tot kauwgomkauwende, asociale tiener.
2D beeld van klassieke stad
Dit schilderij is gebaseerd op de oudheid, de klassieke tijd of ook wel de Middeleeuwen. Je ziet veel mensen en het is het centrale deel van de stad. Dit kun je zien omdat je de kerk duidelijk naar voren ziet komen. In de klassieke tijd stonden de kerk (de religie) en de markt (de handel en koopwaar) centraal. Het grote plein waar de mensen staan is waarschijnlijk het marktplein, de mensen verzamelde zich hier en kunnen hier handelen. Je kunt zien dat dit een stad uit de klassieke tijd is omdat er nog veel ''tierelanteintjes'' te zien zijn aan de gebouwen. Je ziet geen rijtjes huizen maar een aantal losse huisjes. Wat ook echt bekend staat in de klassieke tijd.
Beeldaspecten:
In dit beeld zie je veel verschillende technieken van schilderen. Er zijn veel pastelkleuren gebruikt om de sfeer rustig te houden. Het is een schilderij uit het realisme, waarin door schilders gereageerd werd op de hedendaagse handelingen van mensen. Dit deden zij door het vast te leggen op schilderijen. Er zijn geen overdreven kleuren in gebruikt omdat dit er ook niet aanwezig was. De werkelijk werd afgebeeld, hierdoor was het ook niet nodig om een bepaalde sfeer te creëren.
Beeldbeschouwingen:
Wat is je eerste indruk van het beeld?
Eigenlijk zie je gewoon een groep mensen staan. Je zou denken dat er een soort bijeenkomst is omdat er zo veel mensen samen te vinden zijn op een stuk.
Wat kun je vertellen over de voorstelling?
Er zijn veel details in het beeld te vinden. De kerk is netjes en in detail geschilderd maar ook de personen zijn duidelijk afgebeeld. De schaduwen van de bomen zijn te zien op de gebouwen en de grond. Verder zijn er hele echte kleuren gebruikt. Op de stukken waar de zon valt is het ook extra licht gemaakt.
Kun je je erin inleven?
Je zou jezelf er best in kunnen inleven het is namelijk gewoon een dagelijkse gebeurtenis. Mensen gaan naar de markt een ontmoeten elkaar daar.
Hoe sluit de vormgeving aan op het thema?
In de klassieke tijd stonden de religie en het handelen in het middel punt van de aandacht. Het in detail schilderen was ook zeer kenmerkend voor deze tijd. De stad is hier op een klassieke manier afgebeeld met de kerk en markt centraal, waar alle mensen van het dorp of de stad zich verzamelden.
Kun je het plaatsen in een bredere context?
Ja je kunt kijken naar de rest van de inrichting van een middeleeuwse stad. Waarom stonden de kerk en de markt in een klassieke stad centraal? En hoe werd er vroeger in een middeleeuwse stad geleefd? Waren er winkels of had je alleen de markt? Dit zijn vragen waarmee je dieper in zou kunnen gaan op het schilderij en het tafereel waar hierop afgebeeld wordt.
Abonneren op:
Posts (Atom)